Schadefonds Geweldsmisdrijven: Meer slachtoffers en langer de tijd: Nu de werking van de financiële regelingen voor seksueel misbruik in de jeugdzorg in het najaar 2015 een einde neemt, sloeg ik opnieuw het rapport van de commissie Samson uit oktober 2012 op. “Omringd door Zorg, toch niet veilig” blijft het lezen meer dan waard.
Ik wil deze blog gebruiken om een aantal observaties met u te delen.
Het rapport Samson begint met vier korte voorbeelden van seksueel
misbruik en dat helpt het probleem te definiëren. Neem het verhaal van
het 11 jaar oude meisje Esmeralda, mishandeld en seksueel misbruikt door
haar vader, daarna via een meldpunt kindermishandeling uit huis
geplaatst en in een jeugdzorginstelling terechtgekomen. Daar is zij
uiteindelijk ook weer misbruikt maar dan door een groepsleider.
Allereerst komt het lezen van deze voorbeelden in de verste verte niet
in de buurt van het spreken met een slachtoffer van dergelijk misbruik
zelf. Ik voer dergelijke gesprekken nu inmiddels meer dan anderhalf jaar
en keer op keer ben ik weer geraakt door de verwoesting die in
mensenlevens is aangericht. En dat terwijl ik toch in mijn functie als
strafrechter gewend ben heel ernstige zaken te berechten en met
verdachten van zeer ernstige delicten te spreken.
Ten tweede merk ik dat gesprekken met slachtoffers van seksueel misbruik
in de jeugdzorg, in het kader van de regelingen die daarvoor dit jaar
nog gelden, in zekere zin gemakkelijker zijn omdat de te nemen
beslissing minder gecompliceerd is. Die is juridisch eenvoudiger.
Anderzijds zijn de gesprekken, in de zin van ervaringen en emotionele
belasting, veel moeilijker en aangrijpender, juist omdat ze je zo
onontkoombaar raken als je de beschadiging van mensen ziet en voelt. Ook
heb ik in die gesprekken aan den lijve ondervonden hoezeer mensen
hebben moeten worstelen voordat ze in staat waren het verhaal van hun
misbruik, en hun vaak ingrijpend negatief beïnvloede leven, konden
vertellen.
Het is vanuit die ervaring dat ik hier de overheid in overweging geef om
gevolg te geven aan het verzoek van de lotgenotenorganisaties om de
werking van de huidige regelingen te verlengen. Om zo de slachtoffers
een kans te geven hun verhaal in alle rust te vertellen tegen een
onafhankelijke vertegenwoordiger van de overheid als zij, tot op dit
moment, om wat voor reden dan ook, daartoe nog niet in staat waren.
Hetzij in het kader van de Tijdelijke regeling, hetzij het Statuut,
beiden uitgevoerd door het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
In de derde plaats observeer ik dat we de afgelopen periode bij het
Schadefonds een aantal aanvragen hebben moeten afwijzen om formele
redenen. Ze vielen om juridische redenen niet onder de werking van de
regelingen, bijvoorbeeld omdat het niet om jeugdzorginstellingen ging.
Deze zaken van seksueel misbruik speelden zich wel binnen een
residentiële setting van bijvoorbeeld jeugdpsychiatrie of zorg voor
(jeugdige) mensen met een lichamelijke beperking, maar zij vielen toch
dan buiten de grens van de Tijdelijke regeling en de Statuut regeling
seksueel misbruik in de jeugdzorg.
Tenslotte.
De derde observatie doe ik ook weer tegen de achtergrond van de
overtuiging dat seksueel misbruik moet hebben plaatsgevonden - en helaas
misschien nog plaatsvindt - in elke residentiële setting waar macht
wordt uitgeoefend over pupillen.
Het is met name dat onderdeel van de observatie dat maakt dat ik het
juridisch onderscheid wrang en slecht verdedigbaar vind. Ik vind dat
voor elk seksueel misbruik binnen een residentiële setting, waar
machtsverhoudingen een rol spelen, een gemakkelijk toegankelijke
regeling zou moeten gelden voor schadeloosstelling van slachtoffers.
Liefst te betalen door de verantwoordelijke organisatie, maar als het
niet anders kan, dan als vangnet, in een collectieve regeling.
En laat duidelijk zijn: waar zich dat nu voordoet, kunnen slachtoffers
nu natuurlijk al terecht bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Zij
zullen bij ons een luisterend oor vinden en een welwillende behandeling.
Zo’n regeling is voor de erkenning van de betrokken slachtoffers van
groot belang voor het herstel van hun vertrouwen, in de omgeving en de
rechtsstaat. Maar ik denk dat zo’n regeling minstens zo belangrijk voor
de gezondheid van de betrokken organisaties zelf.
Ludo Goossens
Voorzitter Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven
www.schadefonds.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten